Engerlingen in de tuin: Herkennen, bestrijden en voorkomen

Engerlingen zijn zeker niet de meest aantrekkelijke dieren die je in Nederlandse tuinen kunt vinden. De dikke, witte larven zijn voor veel tuiniers echter niet vanwege hun uiterlijk een probleem: schadelijke engerlingen richten namelijk vaak aanzienlijke schade aan grassen, sier- en nuttige planten aan door van onderaf aan de wortels te vreten.

Engerlingen in de tuin: Basisinformatie en interessante feiten

Wat zijn engerlingen?
Engerlingen zijn de larven van verschillende keversoorten die hun larvestadium volledig in de bodem doorbrengen. Verschillende larvenstadia en engerlingen van diverse keversoorten zoeken ook verschillende bodemdiepten op.
Dus niet alle engerlingen zijn hetzelfde. De term dient als verzamelnaam voor de larven van de bladsprietkevers, een keverfamilie waartoe verschillende keversoorten zoals de meikever behoren. Deze keverfamilie is niet per definitie schadelijk, maar bevat wel enkele schadelijke keversoorten en hun engerlingen.

Wat wordt er van engerlingen?
Afhankelijk van welke keverlarve het betreft, worden de dikke witte larven verschillende volwassen kevers. De bekendste is waarschijnlijk de meikever, die in het voorjaar tijdens zijn korte volwassenstadium in de avondschemering zwermt. Andere schadelijke soorten zijn de rozenkever, de junikever of de sallandkever. De gouden tor (cetoniinae) en de neushoornkever daarentegen zijn, net als hun engerlingen, zeer onschadelijk en worden in de tuin als nuttige insecten beschouwd. Uitgebreide kennis over engerlingen en hun gerichte bestrijding draagt dus actief bij aan een gezonde en evenwichtige tuin.

Engerlingen herkennen: Van larve tot kever

Engerlingen worden larven genoemd die tot een bepaalde keverfamilie behoren. Daartoe behoren onder andere de larven van de meikever als schadelijke kever, maar ook onschadelijke soorten zoals de gouden tor. Engerlingen zijn dus niet per definitie een reden tot zorg, maar kunnen in het ergste geval behoren tot een schadelijke soort die een risico in de eigen tuin kan vormen. Om schadelijke kevers en hun larven gericht te bestrijden, is het dus belangrijk verschillende engerlingen te kunnen herkennen en identificeren. Hoe verschillen de engerlingen van de meikever, de junikever of de sallandkever van elkaar en van onschadelijke engerlingen?

De meikever:

Een besmetting met meikevers is vaak te herkennen aan het zwermen in de schemering van milde voorjaarsavonden, wanneer de eerste groene scheuten uitnodigen tot eten. Dan verlaten de dieren na meerdere jaren in het donker voor het eerst de bodem en zwermen als volwassen kevers uit om te paren.

De meikever-engerling:

De meikever-engerling beweegt zich zijdelings kruipend of kronkelend voort en bereikt een indrukwekkende grootte van 5-7 centimeter. De larve vermijdt humusrijke bodem of compost.

De junikever:

Deze schadelijke kever lijkt sprekend op de meikever, zij het een aanzienlijk kleinere versie van zijn robuuste verwant. Ook zijn kleur is met lichte leder- en lichtbruine tinten minder opvallend dan die van de meikever.

De junikever-engerling:

De eveneens 3 centimeter grote junikever-engerling beweegt zich buikschuivend voort. Ook deze larve wordt zelden in compost aangetroffen en geeft de voorkeur aan gras, nuttige planten of sierplanten.

De Gouden tor:

De nuttige gouden tor (cetoniinae) heeft groen-metallisch glanzende vleugels en onderscheidt zich van de meikevers ook door het ontbreken van een 'vacht'.

De cetoniinae-engerling:

De engerlingen van de cetoniinae lijken sterk op die van de mei- en junikever, maar worden op een andere plek gevonden dan schadelijke engerlingen: Terwijl de larven van de schadelijke kevers onder de graszoden of aan actieve plantenwortels vreten, bevinden de larven van de cetoniinae zich in compost, humus en mulch. De larven van rozenkevers en neushoornkevers voeden zich in tegenstelling tot schadelijke kevers alleen met dode plantendelen. Ze richten dus geen schade aan planten of gras aan, maar dragen actief bij aan de humusvorming en een gezond ecosysteem.

De sallandkever:

De sallandkever is met een lichaamslengte van slechts 1 cm aanzienlijk kleiner dan zijn verwanten. Bovendien ontbreekt het hem aan de opvallende witte beharing die de mei- en junikever onderscheidt. Wel vertoont de sallandkever een lichte beharing, zij het minder uitgesproken en aangepast aan de eenvoudige bruine lichaamskleur.

De sallandkever-engerling:

Wat de volwassen kevers aan haren missen, maakt de ongeveer 2 cm grote larve ruimschoots goed! De larven onderscheiden zich van andere engerlingen door hun dichte rugborstels.

❗️❗️❗️ Algemeen geldt: Vindt men engerlingen in compost of op dood hout, dan zijn dit in de regel nuttige insecten die bevorderd moeten worden. De cetoniinae staat net als de neushoornkever onder bescherming.

Natuurlijke vijanden en huismiddeltjes tegen engerlingen

Op zoek naar oplossingen tegen een engerlingplaag stuit je vaak op huismiddeltjes die snelle resultaten beloven tegen de plagen. Maar hoe succesvol kunnen koffiedik, knoflook of neemolie zijn tegen engerlingen? Kunnen deze huismiddeltjes in het beste geval zelfs een professionele behandeling vervangen?

Het korte antwoord is in de meeste gevallen helaas: nee.

Een besmetting met engerlingen is vrij moeilijk te controleren, omdat verschillende larvenstadia van engerlingen zich in verschillende bodemdieptes bevinden. Een engerling doorloopt zijn larvenstadia in 2-4 jaar, die de dieren betrouwbaar in de bodem doorbrengen en afhankelijk van het stadium en de tijd van het jaar dan moeilijk te bereiken zijn.

Bovendien zijn veel huismiddeltjes erop gericht de plagen te verdrijven in plaats van ze te doden, wat kan leiden tot een eenvoudige verplaatsing van de besmetting. Als een plaag zich eenmaal heeft gevestigd, is in de regel een gerichte aanpak met (biologische, gifvrije) bestrijdingsmethoden door een professional nodig. Nematoden bijvoorbeeld kunnen zeer succesvol tegen veel engerlingen worden ingezet zonder het lokale ecosysteem of de biodiversiteit te schaden.

Preventie, maar hoe?
Wie een besmetting wil voorkomen of een zeer lichte besmetting wil aanpakken, doet dit het beste met behulp van natuurlijke vijanden: Veel verschillende nuttige soorten, die ideaal in de eigen tuin kunnen worden gehuisvest, hebben engerlingen hoog op hun menu staan. De gigantische larven zitten boordevol eiwitten en zijn als gigantische maaltijd erg populair bij spitsmuizen, egels, vogels en padden. Als je een gezond ecosysteem in je eigen tuin bevordert, dan geef je deze nuttige dieren de kans om binnen te komen en draag je bij aan een natuurlijke plaagbestrijding. Nuttige dieren zoals spitsmuizen of padden klinken misschien in eerste instantie afschrikwekkend, maar brengen eigenlijk alleen maar voordelen voor je tuin, omdat ze zich voeden met plagen en zelf geen schade aanrichten. Ook bepaalde planten in de tuin, zoals ridderspoor, knoflook of geraniums, houden engerlingen op afstand, omdat hun wortels giftig zijn voor de dikke larven. Hier maken engerlingen dus een grote boog omheen!

Het beste huismiddel tegen engerlingen is dus duidelijk: Een gezond ecosysteem en de grootst mogelijke biodiversiteit!

1 van 5

Schadebeeld van engerlingen afhankelijk van de plaats van de uitbraak

Een besmetting met schadelijke engerlingen uit zich in verschillende beschadigingen. Afhankelijk van de locatie van de plaag kunnen engerlingen in verhoogde plantenbakken, in het gazon of zelfs in bloempotten worden gevonden en daar huishouden. De gevolgen zijn vrij direct zichtbaar in het lijden van de aangetaste planten. En omdat engerlingen hun schade ondergronds aanrichten, is het deze bovengronds waarneembare schade waarop we kunnen vertrouwen voor de identificatie van de plagen.

Engerlingen in verhoogde plantenbakken:
Engerlingen in verhoogde plantenbakken of bloempotten zijn vaak een echte ergernis, omdat ze zowel sier- als nuttige planten aantasten. Als de dikke larven van onderaf aan de plantenwortels vreten, leidt dit op den duur tot groeivertraging of zelfs het afsterven van de aangetaste plant. Als er dus eerste tekenen van algemene zwakte, groeivertraging of verkleuringen optreden, kan een voorzichtige blik in de aarde lonen, waar de boosdoener vaak slaapt. De algemene zwakte maakt planten bovendien vatbaarder voor secundaire ziekten zoals schimmelziekten en plantenluizen. Deze profiteren van een verzwakte verdediging en vinden daardoor gemakkelijker hun weg naar de gastplant. Bij een plantenluizen plaag of schimmelziekten is het daarom altijd de moeite waard om te kijken naar eventuele bijkomende omstandigheden die de ziekten (mogelijk van onderaf) hebben veroorzaakt.

Engerlingen in het gazon:
Engerlingen in het gazon laten door het eten van de wortels, oneffen, vergeelde en afgestorven gazonplekken achter. Daarbij vernietigen de plagen steeds weer de volledige verbinding tussen plant en aarde door de wortelverbindingen volledig door te snijden: het gazon ligt dan los op de grond, als een slecht zittend toupet. Graven vogels in het losse gazon naar de smakelijke larven, dan ontstaan er ook lelijke gaten. Dit is echter niet primair het werk van de vogels, omdat het aangetaste gazon al door de plagen is gedood en losgekomen. De vogels spelen hier eigenlijk in jouw team door de besmetting te verminderen en zo verdere schade te voorkomen.

Biologische bestrijding van engerlingen

Engerlingen kunnen aanzienlijke schade aanrichten in de tuin en planten langdurig aantasten. Bestrijding moet daarom plaatsvinden zodra de plaag wordt ontdekt, waarbij professionele, biologische middelen te verkiezen zijn boven het gebruik van huismiddeltjes als het gaat om succes bij de bestrijding.
Een chemische bestrijding van engerlingen in de tuin of in het gazon is weliswaar mogelijk, maar hier moeten de nadelen in overweging worden genomen die chemische middelen met zich meebrengen:
Door hun gebruik wordt het ecosysteem op lange termijn belast, zelfs buiten je eigen tuin, en wordt de biodiversiteit aangetast omdat pesticiden niet geïsoleerd tegen een enkele plaag kunnen worden ingezet. Met de bestrijding van de engerlingen gaan dus ook nuttige insecten verloren die bijdragen aan een gezonde tuin.

Blaukorn tegen engerlingen?
Als “lichte versie” van chemische bestrijding vragen sommigen zich misschien af: helpt Blaukorn tegen engerlingen? Blaukorn is een minerale meststof die met mate moet worden gebruikt en daarom niet direct geschikt is voor plaagbestrijding. Bovendien worden in Blaukorn naast de gewenste ingrediënten ook steeds weer schadelijke stoffen zoals chloriden aangetroffen, die schadelijk zijn voor alle levende wezens die ermee in contact komen. Van het gebruik van chemische middelen moet dus altijd worden afgezien als er aandacht wordt besteed aan biologische compatibiliteit en een uitgebalanceerd ecosysteem.

Maar wat helpt wel tegen engerlingen?
Om engerlingen biologisch te bestrijden, zijn er natuurlijke gietmiddelen beschikbaar die zeer effectief en volledig milieuvriendelijk tegen de plagen werken. HB-nematoden tegen engerlingen en lapsnuitkever worden op de juiste tijdstippen op de besmettingshaarden gegoten. Nematoden zijn microscopisch kleine aaltjes en volkomen onschadelijk voor mens, dier, milieu en plant. Ze zouden in een uitgebalanceerde bodem zelfs van nature moeten voorkomen. Als deze kleine helpers direct op de aangetaste gebieden worden aangebracht, nestelen ze zich in dezelfde bodemlagen als hun prooi, de engerlingen, en verminderen ze een besmetting duurzaam en effectief. Het is echter belangrijk om de juiste toepassingsmaanden te respecteren, afhankelijk van de keversoort/engerling.

Nematoden - Timing is alles!

Interessante feiten over nematoden tegen de meikeverlarve:
De beste bestrijdingsresultaten met nematoden worden behaald tegen het eerste larvenstadium in juli en augustus. Over het algemeen geldt: hoe kleiner de larve, hoe succesvoller de nematoden kunnen werken.
Minder doorslaggevende, maar nog steeds goede behandelresultaten worden tegen het tweede en derde larvenstadium in april bereikt, wanneer de larve na de winter uit diepere bodemlagen weer naar de oppervlakte komt en nog verzwakt is. Let op: hierbij moet rekening worden gehouden met de bodemtemperatuur!
De larvencyclus van de meikever duurt 3-4 jaar. Dit betekent dat engerlingen die zich tijdens de behandelingsjaren in gevorderde larvenstadia bevonden, ongehinderd kunnen verpoppen en voortplanten. De behandelingen moeten daarom gedurende meerdere jaren in de seizoensmaanden worden herhaald, of preventief worden voortgezet om een heropleving van de besmetting te voorkomen.

Interessante feiten over nematoden tegen de junikever-engerling:
De beste resultaten worden behaald bij een toepassing van augustus tot september. De nematoden werken alleen tegen het eerste larvenstadium van deze engerling.
Het geldt: hoe kleiner de larve, hoe beter.
De larvencyclus van de junikever duurt meestal 3 jaar. Dit betekent dat junikevers die zich tijdens de behandelingsjaren al in gevorderde larvenstadia bevonden, ook ongehinderd kunnen verpoppen en voortplanten. De behandelingen moeten daarom gedurende meerdere jaren in de seizoensmaanden worden herhaald, of preventief worden voortgezet om een heropleving van de besmetting te voorkomen.

Interessante feiten over nematoden tegen de sallandkever:
Aanbevolen toepassing: elk jaar in april en september. Larvenstadia 2 en 3 kunnen succesvol worden bestreden. Het eerste larvenstadium is niet bereikbaar voor de nematoden. Aangezien deze engerlingen vrij moeilijk te bestrijden zijn en de dieren een driejarige levenscyclus doorlopen, wordt aangeraden om de behandelingen twee keer per jaar gedurende meerdere jaren uit te voeren om succesvolle behandelresultaten te behouden.

Onze aanbeveling

HB-Nematoden tegen lapsnuitkevers en engerlingen
HB-Nematoden tegen lapsnuitkevers en engerlingen
Sterren
Translation missing: nl.products.product.regular_price
Vanaf € 9,99